damarisboogerd
Het achtste wereldwonder
Het is 9 september, een bijzondere dag vandaag. Precies een jaar geleden was ons prachtkereltje een embryootje van 5 dagen oud en was hij klaar om teruggeplaatst te worden in mijn baarmoeder waar hij -zou later blijken- een mooi plekje wist te vinden.
Ik was die dag heel ziek vanwege een overstimulatie aan de eierstokken. Er lekte vocht mijn buik in wat hevige pijnen veroorzaakte. Ik vroeg me af of weeën ook zo zouden voelen. Mijn buik was opgezet en ik leek 20 weken zwanger. Emotioneel zat ik op een dieptepunt. Ik ervoer enorme stress door alle angst en onzekerheid. Daardoor vergat ik zelfs de dag ervoor (op 8 september) mijn medicijnen in te nemen die ervoor moesten zorgen dat mijn baarmoederslijmvlies dik genoeg bleef voor een innesteling. Huilend belde ik het ziekenhuis op. Ik mocht meteen langskomen zodat ze konden checken of het nog zin had om de volgende dag een terugplaatsing te doen. Gelukkig, de uitslag was goed, alleen het was de dokter ook niet onopgemerkt gebleven dat ik krom liep van de pijn en dat mijn buik was opgezwollen. Ik kreeg bed- en bankrust voorgeschreven. Morgen zou er eerst nog gekeken worden of een terugplaatsing verantwoord was. Daar zaten we dan, op 9 september, in de auto naar Leiderdorp. We hoopten vurig dat de terugplaatsing mocht doorgaan, want dit was het meest kansrijke embryootje dat we ooit hadden gehad. Sterker nog, bij eerdere terugplaatsingen ging David nooit mee. Waarom iedere keer vrij nemen voor terugplaatsingen die vrijwel kansloos zijn? Godzijdank kregen we groen licht. Door embryootjes in te vriezen en ze later weer te ontdooien, kunnen ze ernstig verzwakken. Dit hoefde nu dus niet, dus vol goede moed gingen we de behandelkamer in.
“Ik werd alsmaar zieker, moest om de dag naar het ziekenhuis om bloed te prikken en mocht alleen maar op bed liggen anders hing er een ziekenhuisopname boven m’n hoofd.”
Het voelde meteen anders dan eerdere pogingen. Ik ervoer zoveel rust en vertrouwen. We zeiden nog tegen elkaar: “Zet ‘m op, kleintje”. Toen begon het lange wachten...Ik werd alsmaar zieker, moest om de dag naar het ziekenhuis om bloed te prikken en mocht alleen maar op bed liggen anders hing er een ziekenhuisopname boven m’n hoofd. De wachtdagen die volgden waren lastig omdat ik weinig afleiding kon zoeken.
Op 19 september kwamen we weer in het ziekenhuis om bloed te prikken. We stonden bij de balie toen een arts ineens achter ons stond. “Mag ik jullie eerst even spreken?”. We volgden haar en namen plaats aan haar bureau. Ze vroeg me hoe ik me voelde. “Nou nog niet veel beter. Ik ben ook zo misselijk”, antwoordde ik. “Hoe denk je dat het komt dat je zo misselijk bent?”, zei ze met een enorme pokerface. “Ja euh, ik hoop natuurlijk dat ik zwanger ben, maar het is ook een symptoom van de overstimulatie, toch?”. “Klopt, maar je bent zwanger”. Wow, we geloofden onze oren niet. David vroeg zelfs verbaasd aan de arts: “Hoe weet je dat nou?”. Ze hadden bij het bloedprikken twee dagen eerder dus stiekem het HCG-gehalte gemeten. Bij aankomst thuis hebben we nog twee testen gedaan omdat we het niet konden geloven, maar ook omdat we na zoveel jaren wel eens een positieve test in handen wilden hebben.
“Moesten we hiermee doorgaan of niet? ‘Nee’ was ook een antwoord (niet het gewenste), maar we wilden duidelijkheid.“
Op mijn blog schreef ik een paar maanden eerder openhartig over onze wens. We hadden nog slechts één poging tegoed en dat maakte deze laatste behandeling zo spannend. Zou het ooit? Word ik ooit moeder? Of blijven we voor altijd met z’n tweeën? Een paar dagen voor de punctie kwam onze dominee langs. We gaven aan dat we vooral behoefte hadden aan een antwoord van boven. Moesten we hiermee doorgaan of niet? ‘Nee’ was ook een antwoord (niet het gewenste), maar we wilden duidelijkheid. Soms is een ongewenst antwoord fijner dan alsmaar in het ongewisse te blijven. En is het een ‘nee’, dan zouden we dat moeten accepteren en ons toekomstbeeld moeten bijstellen. Maar deze onzekerheid wilden we niet meer. We besloten vanaf toen niet meer te bidden voor een kindje, maar voor een antwoord, een ja of een nee dus. Deze kregen we, zelfs sneller dan we voor mogelijk hielden!
Noah betekent ‘rust’. Zijn tweede naam is Emanuel ‘God met ons’. Oftewel: rust maar, want God is met je. Een mooiere naam was er wat ons betreft niet voor ons kindje waar we zo lang op hebben gewacht. Noah is met recht een godsgeschenk te noemen. In alle opzichten is hij bijzonder, en als ik naar hem kijk denk ik: God had gewoon wat extra tijd nodig om zo’n mooi wezentje te schapen. Voor het achtste wereldwonder moet je immers wat extra tijd uittrekken.
