top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverdamarisboogerd

En toen was ineens de echo niet goed...

Het was een warme zondag begin september. Ik was net ongesteld geweest na een tweede terugplaatsing en bedacht me dat ik maar weer eens met ovulatietesten in de weer moest gaan om m’n volgende eisprong niet te missen. Want, zo’n terugplaatsing is precies 6 dagen na je ovulatie, het luistert nauw dus dat testen is belangrijk. Die gedachte kwam niet geheel willekeurig in me op. Ik voelde die ochtend een krampje dus misschien was het m’n eisprong al wel. Niet dat ik m’n eisprong ooit heb gevoeld, maar je weet maar nooit. Ietwat sceptisch verdween ik met het teststaafje naar het toilet en een minuutje later verscheen de lachende smiley van Clearblue. Ik weet nog dat ik dacht: tsjonge, ben ik even in touch met m’n lichaam. Ik heb het gewoon goed aangevoeld. De volgende dag belde ik het ziekenhuis want die moeten weten wanneer de embryo klaar moet zijn voor terugplaatsing. De telefoniste pakte m’n gegevens erbij. “Je terugplaatsing was pas 10 dagen geleden”, merkte ze op. Dat klopt maar ik voegde er gelijk aan toe dat ik écht ongesteld geweest was. Sterker nog, twee dagen na de terugplaatsing begon het al! Natuurlijk kende ik het fenomeen innestelingsbloeding, maar geloof me, dit was veel meer dan een paar druppels. Dit kon niet anders dan m’n menstruatie zijn. De vrouw aan de telefoon vroeg of ik wel een zwangerschapstest had gedaan. "Nee, waarom zou ik dat doen als ik ongesteld ben?”. “Doe het toch maar even”, zei ze. “Een ovulatietest meet hetzelfde hormoon als een zwangerschapstest”. Wat? Dacht ik. Dit kan toch niet waar zijn? Naast het bloed had ik geen menstruatiegerelateerde klachten gehad, bedacht ik me. Maar nee, het zal wel niet. Het was een stressvolle week geweest met moeder die was aangereden en schoonvader die een bypassoperatie had ondergaan. Ik had vast geen tijd gehad om bij die kwaaltjes stil te staan. Voor de vorm doe ik straks even een test, Noah ligt nu net lekker te slapen en ik wil niet het risico lopen dat hij wakker wordt van het gerommel in de badkamer.


Ruim een uurtje later meldde de kleine man zich. Hij ligt altijd nog even lekker te kletsen en te snoezen in bed, dus had ik mooi even tijd om die test te doen. Gewoon maar even voor de vorm, want zwanger kon ik echt niet zijn. Ik legde het staafje weg, waste m'n handen en toen verscheen ineens die boodschap ‘Zwanger 2-3 weken’ verscheen. Las ik dit goed? Ik sloeg m’n hand voor m’n mond en bleef even vol verbazing staan. Ik droogde daarna snel m’n handen en rende rillend van de schok en opwinding naar Noah. Die stond me al in z’n ledikantje op te wachten. Met slaapzak en al nam ik hem mee naar boven met in m’n andere hand het teststaafje. David was op zolder aan het werken en ik moest het hem meteen vertellen natuurlijk. Met het testresultaat in zijn richting liep ik op hem af. Ook hij kon het niet geloven. Dit cadeautje hadden we niet meer verwacht deze maand.


"Waarschijnlijk is dit het begin van een miskraam"

De weken vlogen voorbij en het bloedverlies hield aan. Zolang ik geen krampen voelde hoefde ik me geen zorgen te maken, stelde de dame van de kliniek me gerust. Met 8 weken volgende onze eerste echo. We keken er enorm naar uit. We gingen voor het eerst ons tweede kindje bekijken. Bij Noah is altijd alles goed gegaan dus wat onbevangen en naïef vertrokken we naar de kliniek in Leiderdorp. In eerste instantie leek alles er ook deze keer weer goed uit te zien, dus waar het vele bloedverlies vandaan was gekomen was de arts ook een raadsel. Op het moment van de echo kreeg ik echter weer een bloeding. "Het spijt me maar dit is geen goed teken”, waren de woorden van de gynaecoloog. “Waarschijnlijk is dit het begin van een miskraam”, vertelde ze ons. Als het bloeden zou stoppen dan was er nog hoop. Dan was er wellicht sprake geweest van een tweeling en is er eentje in een vroeg stadium afgestoten. (Bij ICSI is de kans op een eeneiige tweeling aanwezig).


"Ik had niet de belofte gekregen dat dit kindje het zou redden, noch dat het gezond zou zijn."

David en ik reden geëmotioneerd naar huis. Dit was niet de boodschap die we verwachtten. Die avond lag ik in bed te bidden voor ons kleintje. Ik vroeg God om hem of haar te beschermen, maar ook om dit kindje thuis te halen mocht er in de aanleg iets zijn misgegaan. Want een zwaar gehandicapt kindje opvoeden leek me ontzettend heftig. Kon ik dat wel? Die nacht kreeg ik een droom. Een erg ongewone droom kan je zeggen. Een droom zoals ik hem nooit eerder heb gehad. Ik hoorde een stem en ik wist dat het de stem van Jezus was. Ik zag Hem niet fysiek maar ik wist het gewoon. Hij zei: “Je moet me vertrouwen. Je mag je kindje ..... noemen” (jammer joh, dat deel ik nog even niet. Het aantal puntjes correspondeert overigens ook niet met het werkelijk aantal letters). Daarna zei Hij nog iets, wat tot mijn verbazing de betekenis van de naam bleek te zijn, zo bleek de volgende ochtend toen ik de naam googelde. Het bloeden was inmiddels gestopt en ik voelde door de droom zoveel rust. Nee, ik had niet de belofte gekregen dat dit kindje het zou redden, noch dat het gezond zou zijn. Anders had Jezus in die droom wel gezegd: “Het komt goed, maak je niet druk”. Hij zei alleen dat ik Hem moest vertrouwen en dat ik ons kindje een naam mocht geven. Dat gegeven ontroerde me op dat moment enorm. Het herinnerde me aan een tekst in de bijbel waarin staat: 'Nog voordat je bestond, kende hij je naam'. Ik mocht weten dat ons kindje gekend is en dat God op hem of haar betrokken is, ook al is het nog zo klein en voor ons mensen nog van weinig betekenis. De naam verwijst ook op een bepaalde manier naar Jezus en ook dat raakte me. Het voelde echt alsof dit kindje in goede handen was, wat de uitkomst ook mocht zijn. Een week later mochten we ons weer melden in de kliniek en het kindje bleek goed gegroeid. Er was geen vuiltje meer aan de lucht....


"De kans op een ernstige afwijking was groter dan een milder scenario".

Met 10 weken konden we voor de termijn echo naar de verloskundige. De onbevangenheid van het maken van een echo was er inmiddels wel een klein beetje af, toch waren we weer veel goede moed. Die moed zonk ons alleen weer snel in de schoenen. Tijdens de echo zagen we dat er iets niet klopte. Want was die grote zwarte bal daar aan de onderkant van het buikje? De verloskundige vermoedde een grote blaas en dat gaf reden tot zorg. Het kon zijn dat ons kindje de urine niet kan afvoeren en dat de blaas alsmaar groter en groter wordt. Nieren zullen het begeven en andere organen komen in verdrukking. Bovendien ontstaat er een tekort aan vruchtwater (want vruchtwater is basically urine van het kindje) en daarmee kunnen ook de longen niet goed rijpen. Een grote blaas is kortom slecht nieuws, en daarom werden we doorverwezen naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Drie dagen later volgde een uitgebreide prenatale screening. De grote blaas was nog duidelijk zichtbaar, maar er kwamen meer zorgen aan het licht. Er werd geen neusbotje waargenomen en ook het schedeltje en de hersenen leken zich niet goed te ontwikkelen. Huilend vielen David en ik elkaar in de armen. Concreet wisten we nog niet waar we rekening mee moesten houden, maar dat dit slecht nieuws was was duidelijk. In het aansluitende gesprek met de arts deelde ze ons voorzichtig mee dat de drie constateringen grote markers zijn voor een chromosomale afwijking (trisomie13, 18 of 21). De kans op een ernstige afwijking was groter dan een milder scenario. Onze wereld stortte echt even in. Waarom wij? Dit lees je wel eens in bladen ofzo, maar waarom moet ons kindje nou iets ernstigs mankeren?


"De arts had ons al aangeraden om na te denken over abortus omdat ons kindje mogelijk niet levensvatbaar was of ernstig gehandicapt geboren zou worden."

Ontredderd reden we naar huis. Over 10 dagen mochten we terugkomen. Het baby’tje was dan een stuk gegroeid en daarmee zouden sommige dingen ook duidelijker zichtbaar zijn. De 10 dagen die volgden waren vreselijk. Machteloosheid, verdriet en woede wisselden zich in razend tempo af. We waren inmiddels bijna 12 weken zwanger en hadden zo graag het blijde nieuws aan mensen om ons heen verteld. Het bleef bij een appje aan familie en vrienden met daarbij gelijk de boodschap dat het er allemaal niet goed uitzag. De arts had ons al aangeraden om na te denken over abortus omdat ons kindje mogelijk niet levensvatbaar was of ernstig gehandicapt geboren zou worden. Ik heb in die 10 dagen veel over dit onderwerp nagedacht. Je hoopt nooit voor deze keuze gesteld te worden maar als het je dan overkomt is zo’n keuze nog vele malen moeilijker. Langs de zijlijn roepen dat je dit nooit zou doen is veel makkelijker, geloof me. Ineens wegen zoveel andere belangen mee. Wat betekent dit voor Noah? Wat betekent dit voor David en mij? En wat betekent dit voor ons huwelijk, onze toekomstdromen en onze oude dag? Redden we het samen? En doen we Noah niet tekort door een gehandicapt kindje te verwelkomen? Zadelen we hem op met een zorgtaak voor de rest van zijn leven als wij er niet meer zijn of het niet meer kunnen? Aan de andere kant geldt ook: langs de zijlijn roepen dat je je kindje en je gezin een beter leven gunt is ook heel makkelijk gezegd. Wie zegt dat een leven met beperkingen niet waardevol en goed kan zijn? En wie zegt dat we als gezin niet intens gelukkig kunnen zijn met een kindje dat niet aan de standaarden voldoet die de maatschappij ons oplegt? Bovendien, het is wel je kind. Zo’n keuze maak je nooit lichtvoetig.

"Ik zou hem of haar misschien liever ooit aan de overkant ontmoeten met een gezond lichaam."

Geregeld moest ik nog terugdenken aan mijn droom van eerder in mijn zwangerschap. Ik moest God vertrouwen, had Hij gezegd. Nou lekker dan. En dit krijg ik er voor terug? Het scenario kon niet slechter. En nou werd mijn geloof ook nog eens op de proef gesteld, want zouden we voor of tegen het leven kiezen? We hebben die dagen veel gebeden voor een wonder, maar tegelijkertijd was mijn gebed dat God die vreselijke keuze aan mij voorbij zou laten gaan en Hij het kindje zou opnemen in zijn hemel. Ik zou hem of haar misschien liever ooit aan de overkant ontmoeten met een gezond lichaam.


"Ik voelde tot nog toe weinig voor m’n kindje. Dat gevoel stopte ik namelijk vakkundig weg."

10 dagen later, het was Dankdag. We moesten naar het WKZ voor een nieuwe scan. We waren op van de zenuwen en van de zenuwslopende tijd die achter ons lag. In de auto deed ik mijn laatste smeekbede. We kwamen aan in het ziekenhuis en twee artsen keken mee terwijl ons kindje van binnen en van buiten werd bekeken. De tranen stroomden over m’n wangen van spanning en verdriet. Ik voelde tot nog toe weinig voor m’n kindje. Dat gevoel stopte ik namelijk vakkundig weg. Hoe anders was dat destijds bij Noah. Bij iedere echo smolt ik weg van verliefdheid.


"Ik heb God gebeden of hij het leven van dit kindje kon beëindigen".

Mijn gebed dat dit kindje het leven zou loslaten was duidelijk niet verhoord want het groeide goed en maakte wat salto’s. Sterker nog, het zal vol leven! Dat het antwoord op mijn gebed vele malen mooier was dan ik voor mogelijk hield werd korte tijd later duidelijk.

De 'vergrote blaas' bleek namelijk niet de blaas te zijn. Wat een opluchting! Daarna volgde het nieuws dat het neusbotje zichtbaar was en dat het hoofdje helemaal perfect was. Kortom: alle markers waren als sneeuw voor de zon verdwenen! Wat een wonder! Ik heb God gebeden of Hij het leven van dit kindje kon beëindigen, maar in plaats daarvan kreeg ik genezing en leven! Natuurlijk, je kan alles misschien rationeel verklaren. Maar ik denk graag aan een uitspraak die aartsbisschop William Temple ooit deed: “Als ik bid, gebeuren er allerlei toevalligheden; als ik stop met bidden, blijven ze weg.” Wij ervaren het wel echt als een godswonder.


Wat ons kindje wel heeft? Hij of zij heeft een cyste in het buikje. Er wordt verder onderzoek gedaan in het WKZ over de ernst van de cyste. Vooralsnog lijkt het niet op vitale organen te zitten en lijkt het een onschuldig bolletje met vocht. In het ergste geval moet de kleine geopereerd worden na de geboorte, maar vergeleken bij de eerdere scenario’s is dat natuurlijk peanuts. Ons kindje heeft het leven gekregen en daar zijn we dankbaar voor, met of zonder cyste. We hebben toch allemaal wat?


O, en nog even over die droom. Het geslacht van het kindje bleek te kloppen. Het zal je dus niet verbazen dat onze kleine de naam zal gaan dragen die ik in mijn droom doorkreeg.



0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page